Men onderscheidt twee soorten theeplanten; de Camellia Sinensis (de China-theeplant) en de Camellia Assamica (de Assam-theeplant). Daarnaast bestaan er vele kruisingen tussen deze twee. De Camellia Sinensis kan 3 tot 5 meter hoog worden en groeit in de hooglanden van China, Tibet en Japan. Hij is bestand tegen zeer lage temperaturen. De kleine, zachte, 5 cm lange blaadjes geven, eenmaal verwerkt tot thee een licht aftreksel. Daarnaast kenmerkt hij zich door een fijne smaak, een frisse geur en een lichte theekleur.
De Camellia Assamica groeit in lager gelegen streken. De brede theebladeren -soms zo groot als een handpalm- geven een sterk aftreksel met een krachtige smaak en aroma en een donkere theekleur.
De smaak en aroma van thee is bijzonder complex. Er zijn meer dan 550 bestanddelen die de smaak en aroma van thee bepalen. De meeste worden gevormd tijdens het bewerkingsproces, maar ook de bodemkwaliteit, luchtvochtigheid en andere klimatologische factoren zorgen voor grote verschillen in smaak en aroma van de verschillende theeën.
De bladeren van de theeplanten worden geplukt wanneer de nieuwe loten beginnen te groeien. In streken met een warmer klimaat krijgen de planten meerdere groeischeuten, terwijl in koelere klimaten het groeiseizoen korter en beperkter is. Elke groeischeut, ook wel flush genoemd, leidt tot een pluk. Het tijdstip van een pluk (voorjaar, zomer en najaar) is medebepalend voor de smaak van de thee. De 1e pluk is fris en iets rins van smaak, terwijl latere plukken voller en meer ontwikkeld van smaak zijn.
Om thee van de beste kwaliteit te verkrijgen, verwijderen de plukkers van elke nieuwe loot twee bladeren en een knop (two leaves and a bud). In sommige gebieden is de traditionele, zeer vakkundige, handmatige pluk vervangen door machinale pluk. Deze thee is van beduidend mindere kwaliteit omdat er ook oudere, taaie of om andere redenen minder geschikte blaadjes worden mee geplukt.
Na het plukken bestaat het productieproces uit diverse stappen, afhankelijk van de thee worden bepaalde stappen uitgevoerd.
1. Verflensen: De theebladeren worden door middel van een rooster onder hoge temperatuur verwelkt. Daardoor worden ze zacht en soepel om verder te verwerken.
2. Rollen: Vocht van de bladeren moeten worden ontrokken door ze tussen twee horizontaal schurende vlakken te laten kneuzen. Bladsappen komen vrij en die bepalen de geur en het aroma van de thee.
3. Fermenteren: In een fermentatiekamer worden de blaadjes binnen enkele uren gefermenteerd bij een temperatuur van 25 graden. Door de toevoeging van lucht met een vochtigheidsgraad van 95% krijgt de thee zijn kleur en aroma.
4. Drogen: Na het fermenteren worden de bladeren gedroogd bij een temperatuur van 95 graden. Dit brengt het vochtgehalte terug naar 4 tot 6 procent.
5. Zeven: De gedroogde theeblaadjes worden door middel van schudzeven gesorteerd op grootte en verpakt voor transport.
De laatste fase van het bewerkingsproces is het sorteren van de gedroogde thee in zeefmachines. Dit sorteren is van cruciaal belang. De bladgrootte bepaalt de snelheid waarmee geur, kleur en smaak vrij komen tijdens het zetten van thee. Hoe groter het blad, hoe langer de thee moet trekken.
Het is dus belangrijk dat alle stukjes thee die voor een pot thee worden gebruikt even groot zijn. De namen van de klassen verwijzen naar de grootte van het blad. De volgende klassen zijn veelgebruikte aanduidingen:
Pekoe (=begroeid met witte haartjes): dit is de beste pluk van de struik, omdat alleen de jongste blaadjes deze witte haartjes hebben. Het zegt iets over de kwaliteit van de pluk, maar niet van de thee.
Orange Pekoe (OP): Dit zijn de zachte eerste theebladeren, lang en dun gerold, de smaak is verfijnd, de kleur van de thee is lichter dan Pekoe.
Golden Flowery Orange Pekoe (GFOP): Dit zijn hele theebladeren van de jongste topblaadjes en de knop. Na het oxidatieproces en het drogen krijgen ze een goudgele kleur.
Tippy Golden Flowery Orange Pekoe (TGFOP): Dit is GFOP met veel gouden puntjes. Door het zeer zorgvuldige rollen van de thee ontstaat een heel gelijkmatige oxidatie dat veel gouden puntjes oplevert.
Souchong: Grote bladeren worden in de lengte gerold. Door deze speciale roltechniek ontstaan grote, rafelige theebladeren die een prachtige extractie geven.