Net als bij koffie gaan er verschillende legendes rond, de meest bekende gaat over keizer Shen-nung. Volgens de Chinese volksoverlevering begint de geschiedenis van thee met de ontdekking van de heilzame eigenschappen ervan door de keizer Shen Nung, een geleerde en kruidkundige. Op een dag in het jaar 2737 v. Chr. toen Shen Nung onder een wilde theestruik zat, woei een lichte bries door de takken, waardoor enkele bladeren in het water, dat hij aan het koken was, terecht kwamen. Hij vond het resulterende brouwsel heerlijk verfrissend en versterkend en zo werd de thee ontdekt.
In de tijd waarin China en Japan in harmonie met elkaar omgingen kwam ook Japan in aanraking met thee en liet verschillende plantages opstarten. Japan speelt sindsdien een belangrijke rol bij de verfijning van thee.
Het is dankzij de Italiaanse, Portugese en Nederlandse koopvaardij die afwisselend de internationale theehandel domineerden, dat thee de belangrijke drank is geworden die het nu is in Europa. Door de invloed van de Nederlandse koopvaardij werd het product bekend als ’te’ in het Italiaans, Spaans, Deens, Noors, Zweeds en Hongaars, ’tee’ in het Duits, ’tea’ in het Engels en ’thé’ in het Frans. Al deze namen zijn afgeleid van het woord ‘te’ uit het Chinees dialect, zoals gesproken in de provincie Fujian.